Tekst Marit Vochteloo
Beeld Marjan Hammersma en Jeroen Wester
Allebei hebben ze ervaring met openbaarmaking van overheidsinformatie, maar wel in heel andere functies: Marjan Hammersma was lang topambtenaar bij het ministerie van OCW, Jeroen Wester is onderzoeksjournalist bij het NRC. Tijdens een dubbelinterview zijn ze het evengoed eens: er valt nog veel winst te behalen.
Bij de koffie en de taart, aan de eettafel met uitzicht over de stad, gaat het eerst over de politiek. Beiden hebben meegemaakt hoe het tempo in Den Haag de afgelopen 20 jaar omhoog is gegaan, en hoeveel het gaat over het spel en de personen. Vooral sinds de komst van sociale media zit er een zekere haast en hijgerigheid in. Beiden denken dat dit ten koste gaat van zorgvuldige besluitvorming door het landsbestuur. Biedt openbaarheid tegengas? En hoe werkt de Wet open overheid (Woo) in de praktijk? Daarover gaat de rest van het gesprek.
Besluitvorming via sms
Marjan Hammersma vertelt: ‘Het eerste verzoek waarbij ik echt persoonlijk betrokken was, ging over de aankoop van Marten en Oopjen, twee schilderijen van Rembrandt. Dat was in 2015 en dat was natuurlijk een ontzettend smeuïg proces. Het ging erom Nederlands erfgoed terug te halen uit Frankrijk, maar er zaten ook allerlei aspecten in van een diplomatieke rel. Een journalist deed al heel snel een beroep op de Wob en wij hadden daar eigenlijk helemaal geen tijd voor. We hebben toen besloten om eerst aan de journalist te vragen wat ze wilde weten en haar alvast de belangrijkste stukken te geven.
Ook hebben we aangeboden dat ze off the record met mij kon praten, namens de minister, dus die was echt wel ingeseind. Die ervaring is mede de basis geweest van hoe OCW het Woo-beleid heeft ingericht, met relatief korte doorlooptijden als resultaat.’
Op de vraag of het ministerie toen ook chatberichten heeft vrijgegeven, lacht Hammersma: ‘Nee, we gebruikten toen sms! En bovendien was er nog discussie of die berichten wel onder de Wob vielen. Achteraf kun je zeggen: het meeste stond in nota’s, maar de schilderijen zijn wel gekocht by sms. Daar zijn we later beter over gaan nadenken. Ik vind dat we nu trouwens erg ver gaan; al die chats en mails en bijlagen die we doorspitten voor een Woo-verzoek, tot diep in de spelonken van een departement. Dat kost heel veel tijd en wat is nou de opbrengst? Ik zou zelf alleen de berichten van mensen in sleutelposities bij een Woo-verzoek willen betrekken, want alleen die geven naast de formele stukkenstroom extra zicht in de besluitvorming.’
Gevraagd naar zijn ervaringen, is Jeroen Wester duidelijk: ‘Ik kan beter investeren in goede bronnen en andere manieren om aan documenten te komen. Want een Woo-verzoek duurt veel te lang.’ Hij was een van de velen die een Woo-verzoek deden over de aanpak van corona. Niet eens midden in de pandemie, maar in mei 2022. Het ministerie van VWS had ervoor gekozen om de vele verzoeken niet stuk voor stuk te behandelen. In plaats daarvan gaven ze thema voor thema en maand voor maand in “batches” alle documenten, mails en chatberichten vrij voor iedereen tegelijk. Daardoor heeft Wester de stukken die voor hem relevant waren pas in oktober 2024 gekregen.
‘Het was nota bene een heel gericht verzoek. Het ging om informatie over zeven regionale ziekenhuizen die een conflict hadden met het ministerie over het aantal IC-bedden. En dan duurt dat ruim 2 jaar! En dat vind ik dus heel erg, hè. Schandalig dat de overheid wettelijke termijnen zo grof overschrijdt. En dat het ook lang duurt voor je de rechter ziet, en die legt dan een dwangsom op, en die loopt ook gewoon vol. Wat moet je dan nog?’
Roet in het eten
Hij geeft ook een voorbeeld waarbij zienswijzen van derden roet in het eten gooiden. Het ging om medisch onderzoek en de derden waren farmaceutische bedrijven. ‘Wij wilden een artikel publiceren over mogelijke risico’s voor patiënten. De farmaceutische bedrijven schakelden meteen de halve Zuidas aan advocaten in. Er mocht geen letter naar buiten komen. En dat is natuurlijk vanuit commerciële belangen gedacht. En dan is er een rechtbank die het niet in de agenda kan zetten. Nou, dat is dus helemaal vastgelopen en op een gegeven moment neem je als krant dan maar je verlies.’
*Dit is het eerste deel van het interview uit Od 44: De Woo, wat heb je daaraan? Verder lezen? Meld je dan hier aan voor een abonnement of vraag een gratis presentexemplaar op.