Tekst Simon Peter Been
Beeld Pexels
Was hij echt de eerste? In de jaren tachtig citeerde een krant president Ronald Reagan vanuit het Witte Huis: ‘Die Sovjets maken geen schijn van kans. Onze Amerikaanse jeugd is beter voorbereid op elk conflict dan zij ooit zullen zijn.’ Zoiets. Waar had hij het over? Sportieve prestaties? Hoog IQ? Een militair opleidingsprogramma? Nee. Niets van dat alles. Hij pochte over hun verslaving aan wargames. Digitale oorlogssimulaties.
Ongelooflijk, toch? Ja, in die tijd was de film WarGames een hit. Een jonge hacker die per ongeluk inbreekt in het militaire computersysteem van de Verenigde Staten, wat bijna de Derde Wereldoorlog veroorzaakt. Inderdaad: inclusief AI. Terwijl ouders klaagden over de schermverslaving van hun kinderen en die ‘verschrikkelijke computerspelletjes’, zag Reagan een andere kant: ‘zijn’ jeugd stond al met één been in de digitale toekomst. De Sovjet-Unie daarentegen hield hun jongeren dom met censuur, technologische controle en anti-Amerikaanse retoriek.
Herkenbaar? Vergelijk het eens met hoe Europa nu met AI omgaat. Het lijkt erop dat de geschiedenis zich herhaalt. Waarom? Je hebt het vast al gemerkt: ook hier en nu schieten veel mensen meteen in de verdediging met ‘dit mag niet, dat mag niet’, maar dan over AI. Vaak hebben ze een punt, maar missen ze het grote plaatje. En zij niet alleen. Diverse organisaties experimenteren voorzichtig met generatieve AI, maar veel beleidsmakers en beslissers zijn machtig huiverig voor verandering en voor de invloed van ‘big tech’, made in the USA.
*Dit is het eerste deel van een column uit Od 41: Openbare informatiehuishouding. Verder lezen? Meld je dan hier aan voor een abonnement of vraag een gratis presentexemplaar op.