27 oktober 2025

Emotionele toegankelijkheid

image for Emotionele toegankelijkheid image

Beeld: Shutterstock


Digitale toegankelijkheid is niet hetzelfde als echte toegankelijkheid. Daarvoor is ook een emotionele dimensie nodig. Bij het Stadsarchief Amsterdam wordt deze toegepast.

Los van tech-dogmatici zal vrijwel iedereen erkennen dat digitale toegankelijkheid niet de enige invulling van toegankelijkheid is. Of dat het dat op z’n minst niet zou moeten zijn. Zo gaf Charles Jeurgens in De kritische bezoeker (2023) aan dat digitale toegankelijkheid de beschikbaarheid van bronnen bevordert, maar daarmee niet per se de toegankelijkheid. Hij positioneert daarbij ook een tegenhanger van digitale toegankelijkheid: de emotionele dimensie. Gedachten als “soft gedoe” of “de archivaris is neutraal en objectief, dus emoties hebben niets met ons werk vandoen” zullen vast door u heen schieten. Maar gun uw auteurs een moment om toe te lichten waarom deze dimensie van emoties juist in de archieven een cruciale rol speelt om de volgende stap te zetten in het bereiken van opnieuw een breder publiek. Waar digitale toegankelijkheid een boost gaf aan beschikbaarheid, kan emotie de katalysator vormen waarmee meer groepen in de samenleving herkenning vinden in onze archieven.

Systematische machtsongelijkheid

En dat is belangrijk. Want onze archieven zijn vaak gevormd rondom, en soms zelfs vanuit systematische machtsongelijkheid. Hele gemeenschappen zijn in de Nederlandse archieven niet alleen niet benoemd, maar vaak ook verkeerd benoemd, of omschreven vanuit een ander perspectief dan dat van de gemeenschap zelf. Bij emotionele toegankelijkheid kijken we niet alleen naar de beschikbaarheid van stukken, maar naar de context waarin de stukken beschikbaar gesteld worden. Voor deze vorm van toegankelijkheid bestaat (vooralsnog) geen eenduidige definitie. Maar er zijn wel sporen te vinden die de archiefprofessional op weg helpen in het duiden van dit concept. Zo zei gerenommeerd archivaris, historicus en emeritus hoogleraar archiefwetenschap (UvA) Theo Thomassen ooit dat toegankelijkheid inhoudt dat men zich erkend en herkend voelt in de manier waarop archieven gerepresenteerd worden. En zijn opvolger aan de UvA Charles Jeurgens geeft aan dat toegankelijkheid verder reikt dan relevante informatie in technische zin te kunnen identificeren. Vanuit onderzoekers en individuen/groepen die interacteren met archiefbronnen komen kritische geluiden over de manier waarop bronnen beschreven zijn of teruggevonden zouden moeten worden. Daar is bijvoorbeeld het te pas en te onpas gebruiken van het woord Indisch bij mensen die uit voormalig Nederlands-Indië lijken te komen. Of de eenzijdige of zelfs foutieve manier waarop gastarbeiders in de archieven geduid worden. Uit veel stukken blijkt dat deze groep migranten zich verenigde en veerkracht toonde daar waar ze onrechtvaardig behandeld werden. Waarom komt dit zo weinig naar voren in de manier waarop archieven toegankelijk zijn of worden gemaakt? Deze vraag – of een variant daarop – is veelvuldig op tafel komen te liggen in samenwerkingen die het Stadsarchief Amsterdam is aangegaan om bronnen van en over ondergerepresenteerde groepen (beter) toegankelijk te maken.

In de praktijk

Om wat hiervoor beschreven staat te concretiseren nemen we u mee in een praktijkvoorbeeld. Sinds enkele jaren werkt het Stadsarchief samen met Imagine IC – een erfgoedinstelling in Amsterdam-Zuidoost die door middel van participatief erfgoedwerk actuele en sociale verhoudingen documenteert. Binnen deze samenwerking verzamelt Imagine IC biografische archieven van iconen uit Zuidoost – om zo de verhalen en impact van individuen uit het stadsdeel te bewaren – en zorgt het Stadsarchief ervoor dat de duurzame toegankelijkheid gewaarborgd is. In het toegankelijk maken van deze archieven stak de emotionele dimensie al vrij snel de kop op. Bij de inventarisatie van het archief van buurtwerker Heero Viel lieten we onze archivaris zelfstandig de beschrijvingen maken. Een werkwijze die u ongetwijfeld bekend voorkomt. In dit geval werd echter al snel duidelijk dat de verhalen die Heero verteld had tijdens het verzamelwerk door Imagine IC, geen neerslag hadden in de inventaris. Het systematisch verwerken van de archiefstukken leverde een vakkundig zoekinstrument op met bondige beschrijvingen als “Theater” bij foto’s. Maar de daarbij door Heero geschetste context waarmee “Theater” betekenisvol moest worden, was verloren gegaan. En daarmee ook een stukje herkenning van zijn eigen archief.

*Dit artikel verscheen in Od 46: Kunstmatige intelligentie. Verder lezen? Meld je dan hier aan voor een abonnement of vraag een gratis presentexemplaar op.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *