2 juni 2025

‘Geen documenten maar antwoorden’

image for ‘Geen documenten maar antwoorden’ image

Tekst Mark Rietveld en Joost van der Vleuten
Beeld Shutterstock

Actieve openbaarmaking – het klinkt goed: de overheid deelt uit eigen beweging informatie. Hoera! Maar niet alles mag (denk aan uitzonderingsgronden) en soms is het de moeite niet waard. Tegelijkertijd dreigt een ander risico: als er straks veel informatie vrijkomt. Hoe voorkom je dan dat mensen erin verdrinken? Hoe zorg je dat wat de overheid deelt ook echt bruikbaar is?

Onderzoekers van USBO (Universiteit Utrecht), onder leiding van Erna Ruijer, onderzochten hoe actieve openbaarmaking beter kan aansluiten bij de informatiebehoeften van burgers. Hun rapport Op weg naar betekenisvolle transparantie vormt input voor het advies dat het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) hierover uitbrengt.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet open overheid (Woo) wordt steeds meer informatie openbaar gemaakt, vertelt Ruijer. ‘Je hebt drie vormen. Ten eerste: Woo-verzoeken, die iedereen kent uit het nieuws. Ten tweede: de 17 categorieën documenten die overheden verplicht moeten publiceren – denk aan wetten, besluiten, en vergaderstukken. Daarvan zijn er nu vijf actief en meer volgen. Ten derde is er de inspanningsverplichting: overheden moeten zich inspannen om ook andere documenten uit eigen beweging te publiceren. Dat werk staat nog in de kinderschoenen.’

Ruijer licht toe: ‘Dat geldt in ieder geval voor informatie over het beleid, inclusief de voorbereiding, uitvoering, naleving, handhaving en evaluatie. Omdat die zo breed en open is geformuleerd, vragen veel ambtenaren zich af: wie zit hier eigenlijk op te wachten? Of beter: hoe maken we dit zo betekenisvol dat burgers er echt iets aan hebben?’

Aansluiten bij de leefwereld

Waarom koos USBO ervoor om in het onderzoek vooral naar burgers te kijken als gebruikers van overheidsinformatie? Ruijer: ‘De waarde van actieve openbaarmaking zit niet in de hoeveelheid documenten die vrijkomt, maar in wat mensen ermee kunnen. En hoewel er verschillende gebruikers zijn – journalisten, maatschappelijke organisaties, onderzoekers – ligt de focus van de Woo op burgers. De wet wil bijdragen aan een transparante overheid die mensen in staat stelt om beleid te volgen, te controleren en om deel te nemen aan het democratisch proces. Daarvoor is het essentieel dat burgers toegang hebben tot begrijpelijke, relevante informatie.’

De grootste verrassing in het onderzoek: de mismatch tussen vraag en aanbod. Overheden besteden veel tijd aan het openbaar maken van documenten volgens de wet – denk aan vergunningen of beschikkingen – maar burgers willen vaak gewoon antwoorden op praktische vragen. Wat betekenen landelijke klimaat­maatregelen voor mijn buurt? Wat gebeurt er in mijn wijk? In bijeenkomsten bleek steeds weer dat burgers vooral concrete, lokale en begrijpelijke informatie zoeken. Een deelnemer vroeg zich af: ‘Waarom is er geen loket of rondreizend circus waar ik terechtkan met mijn vragen?’’ Een ander opvallend inzicht: de wetenschappelijke literatuur gaat vaak uit van ‘de burger’ als homogene groep. Onterecht, vindt Ruijer.

*Dit is het eerste deel van een artikel uit Od 44: De Woo, wat heb je daaraan? Verder lezen? Meld je dan hier aan voor een abonnement of vraag een gratis presentexemplaar op.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *