Net als alle andere gemeenten is Rotterdam druk bezig met de implementatie van de Wet open overheid. Programmamanager Brigit de Klerk blikt terug op het afgelopen jaar.
Ik ben begonnen in september 2021 bij de gemeente Rotterdam. Er was kort voor mijn komst een inrichtingsvoorstel met een financiële begroting opgesteld. Begroot was dat voor de komende 5 jaar zo’n 10 miljoen euro nodig zou zijn. Toen waren we ook nog in de veronderstelling dat het rijk, aansluitend bij hun eigen begroting om de wet in te voeren, een flinke bijdrage zou leveren. Helaas bleek de rijksbijdrage aanmerkelijk lager dan verwacht: nog geen 3,5 miljoen euro voor 5 jaar! Niet eens voldoende om aan de minimale wettelijke verplichtingen te voldoen. Het bedrag is verdeeld in een structurele bijdrage om systemen aan te schaffen, aan te passen of te onderhouden en een incidentele bijdrage om de organisatie mee te nemen.
Rotterdam heeft zo’n 15.000 ambtenaren. Die moeten allen, de een wat meer dan de ander, weten wat de wet voor hen inhoudt. Daarom is er een project gestart: De Woo, wat betekent het voor mij? Nu de rijksbijdrage tegenvalt, kan het programma dan nog wel slagen? We zetten in ieder geval alles op alles. De wet schrijft voor dat we de documenten van elf informatiecategorieën verplicht actief openbaar moeten gaan maken. Verder weten we dat bepaalde clusters behoefte hebben aan het openbaar maken van andere informatiesoorten, zoals bijvoorbeeld over de lopende projecten. Door deze behoefte te combineren met wat er vanuit de wet verplicht is, hoop ik dat we van 1 + 1 = 3 kunnen maken en succesvol kunnen zijn.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit Od 29: 1 jaar Woo. Lees hier verder