Geen onderwerp houdt ons deze maanden zo bezig als het thema van de vluchtelingen. Hadden we het vorig jaar nog over Zwarte Piet bij gebrek aan serieuzere problemen, ditmaal gaat het om mensen in nood, mensen die vluchten voor oorlog, bedreiging, dood, gifgas, een dictator, IS, voor legers die niets en niemand ontzien.
Geen onderwerp houdt ons deze maanden zo bezig als het thema van de vluchtelingen. Hadden we het vorig jaar nog over Zwarte Piet bij gebrek aan serieuzere problemen, ditmaal gaat het om mensen in nood, mensen die vluchten voor oorlog, bedreiging, dood, gifgas, een dictator, IS, voor legers die niets en niemand ontzien.
Het beeld van het dode jongetje Aylan staat op ons netvlies gegrift. Al duizenden mannen, vrouwen en kinderen vluchtten daarvoor en daarna, honderden verdronken, armzalige bootjes werden tot zinkens toe beladen met mensen zoals u en ik, maar ons hart ging pas echt open met de dood van één kind, liggend op zijn buikje, gefotografeerd alsof het lag te slapen op zijn doodsbed in de branding.
Maar een open hart staat bij velen kennelijk maar heel kort open. Het is alsof nu de angst voor veranderingen voor ons eigen leven door die grote stroom vluchtelingen de overhand neemt. En angst is een slechte raadgever. Als de vluchtelingen niet meer ver op een strand in Griekenland of Lampedusa liggen, maar hier in Nederland om de hoek van je eigen straat worden gehuisvest, lijkt het slechtste in ons Nederlanders boven te komen. Ik ben geschokt door de beelden van schreeuwende Nederlanders, de vertrokken gezichten, de intolerantie.
Nu zijn de lezers van het Archievenblad vast allemaal respectvolle mensen die daar zeker niet staan mee te schreeuwen. Integendeel zelfs. Maar toch rijst bij mij de vraag of ik zelf Syriërs zou opnemen in mijn huis? Deze vraag intrigeert mij, want hoe ver ga ik zelf in mijn tolerantie? Hoe kunnen we nu jarenlang de leus ‘respect man’ gebruiken, als we alleen maar de ons bekende familie en vrienden respecteren? Is dat altijd zo geweest, of is ons gevoel van veiligheid zo flinterdun dat we bij deze bedreiging vreemde binnendringers buitensluiten? Is de economie zo verschraald dat werk, huisvesting en welvaart voor bepaalde groepen geen zekerheden meer zijn en men de concurrentie wil uitsluiten?
Er zal zeker zoiets meespelen. Maar toch is Nederland juist groot geworden door de vele stromen vreemdelingen die ons land opzochten voor werk, wonen en veiligheid. Ook Zeeland is van oudsher een migratieprovincie. Mensen komen en gaan. Over en weer werden taal, gewoonten en gebruiken overgenomen als onderdeel van de Zeeuwse cultuur of als onderdeel van een vreemde cultuur. Volledige integratie vond en vindt niet altijd plaats. Immigranten en emigranten zijn trots op hun eigen cultuur en willen graag stukjes daarvan behouden, zie de Hugenoten, Asjkenaziem, Sefardiem, Salzburgers, de instroom na de val van Antwerpen in 1585, de Belgische vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog, mensen uit het voormalige Joegoslavië. Amerika is groot geworden met gelukzoekers. Australië is opgebouwd door zeelieden en veroordeelde misdadigers.
Inderdaad: zij kregen geen uitkering en hebben alles met eigen handen opgebouwd. Sommige partijen vinden nu ook dat vluchtelingen hier slechts een containerwoning, een kale kamer en droog brood horen te krijgen. Toch hebben we al ruimschoots ervaring met het bieden van ondersteuning.
Toen Antwerpen op 10 oktober 1914 viel, trokken duizenden Belgische vluchtelingen de Zeeuwse grens over, op zoek naar veiligheid. 550.000 Belgen passeerden de Zeeuws-Vlaamse grens. De meesten gingen door naar andere provincies. Zeeland verleende volgens een telling van het Provinciaal Comité tot hulpverlening van vluchtelingen in Zeeland op 1 november 1914 aan 48.627 vluchtelingen ondersteuning. Vele anderen die geen ondersteuning nodig hadden, huurden op eigen kosten een woning en verbleven gedurende kortere of langere tijd in Zeeland, sommigen zelfs de hele oorlog. Medische hulp, scholen voor kinderen, alles werd georganiseerd.
We kunnen het wel, vreemdelingen welkom heten. We hebben er veel ervaring mee. Laten we het alstublieft ook allemaal willen!
Hannie Kool-Blokland, voorzitter KVAN en directeur Zeeuws Archief.