Beste Hans,
In mijn functie als algemeen rijksarchivaris hou ik mij bezig met de toekomst. Jij denkt misschien, en velen met jou, dat een archief er is om het verleden te bewaren, maar niets is minder waar. Mijn werk zorgt ervoor dat de informatie die wordt gevormd door de rijksoverheid beschikbaar blijft voor toekomstige generaties.
Beste Hans,
In mijn functie als algemeen rijksarchivaris hou ik mij bezig met de toekomst. Jij denkt misschien, en velen met jou, dat een archief er is om het verleden te bewaren, maar niets is minder waar. Mijn werk zorgt ervoor dat de informatie die wordt gevormd door de rijksoverheid beschikbaar blijft voor toekomstige generaties.
Een archief is er zodat burgers verantwoording kunnen zoeken voor de daden en beslissingen van hun overheid. En dat is lang niet altijd makkelijk. Al in 1970 schreef journalist Henk Hofland kritisch over de ‘schichtige’ houding van de rijksoverheid in zaken als de Lockheed-affaire, de politionele acties, de Greet Hofman-affaire. Hofland meende dat de overheid een gesloten boek was. Dat de overheid journalisten niet faciliteerde om ‘tegels (te) lichten’, de titel van zijn nog altijd actuele boek.
Nog altijd actueel, want als algemeen rijksarchivaris zie ik maar al te vaak dat overheidsinstellingen, hun ambtenaren en hun politiek leiders, nog altijd terughoudend zijn in het delen van informatie. En daar komt nog bij dat informatie vandaag de dag vaak ingesloten zit in gekoppelde systemen. Iets dat het alleen maar lastiger maakt om informatie te ontsluiten over het reilen en zeilen van onze overheid.
We zien ook ontwikkelingen in de maatschappij die mij zorgen baren. Vandaag de dag wordt in het bedrijfsleven steeds meer gebruik gemaakt van artificial intelligence en algoritmes bij het maken van beslissingen. Gaat onze overheid daar straks ook mee werken? Als algemeen rijksarchivaris denk ik dan: “en hoe gaat onze overheid zich hierover verantwoorden?” Moeten we straks de algoritmes gaan archiveren waarmee beslissingen worden genomen over verblijfsvergunningen, belastingen of sollicitatieprocedures? Want ik vraag me altijd af: hoe kunnen journalisten in de toekomst nog tegels lichten?
Beste Hans, wij werken al jaren plezierig samen om overheidsinformatie te preserveren. Maar op dit punt verschillen wij van inzicht. Waar ik mijn zorgen uitspreek over de toekomst van overheidsinformatie, zie jij vooral de zonnige kant. Jij vindt dat het allemaal zo’n vaart niet loopt en dat er binnen de overheid nog heel weinig gebeurt op het terrein van kunstmatige intelligentie en machine learning.
Maar ik wil dat niet afwachten. Ik vind dat wij nu moeten investeren om nieuwe systemen te ontwerpen voor archivering by design. Het Nationaal Archief is een schakel in de informatieketen. Jij als CIO Rijk kunt by design-oplossingen stimuleren, zodat ik als algemeen rijksarchivaris de informatiepositie van generaties na ons veilig kan stellen.
Hoe zie jij dat?
Groet,
Marens Engelhard
Algemeen rijksarchivaris
Beste Marens,
Is misantropie een vak bij jullie op de opleiding, of was je altijd al zo? 😉 Ikzelf probeer tenminste het leven en mijn collega’s en andere landgenoten met enig vertrouwen en optimisme te bezien.
Ik denk (en hoop) overigens wel degelijk dat jullie het verleden bewaren! Althans, dat jullie heel goed passen op hetgeen daarover door vroegere generaties aan jullie is toevertrouwd. Maar ik snap ook dat wat wij ‘vandaag’ noemen ooit ook een keer verleden zal zijn. En dat het jouw (en zeker ook mijn) taak is om ervoor te zorgen dat onze nazaten straks in het Nationaal Archief de nodige informatie kunnen vinden om te reconstrueren wat wij vandaag hebben gedaan.
Maar het is in deze tijd wel een uitdaging om te selecteren wat wij naar het nationaal archief brengen. We produceren met zijn allen zo verschrikkelijk veel informatie dat achteraf selecteren (zoals je vroeger met je brievenmapje deed) een dagtaak zou worden. Ik vind dat jullie archivarissen best wat meer richting zouden kunnen geven aan de vraag wat jullie voor het nageslacht willen bewaren. En hoe wij die informatie slim kunnen selecteren uit de berg informatie die we produceren en opslaan. Het nadeel van digitale opslag is immers dat je het net zo snel weer wist als dat je het produceert. De fotoalbums die mijn moeder heeft gemaakt zijn een stuk bestendiger dan mijn foto’s in de iCloud of Google Foto’s, of waar ze dan ook staan. 😉
Ik ben met je eens dat we heel goed moeten nadenken over het gebruik van moderne AI-algoritmen. De moderne machine learning-algoritmen zijn volgens mij helemaal niet te archiveren. Zo’n algoritme wordt niet zozeer door mensen ontworpen, maar vooral ‘opgeleid’ met een hele stapel oefenmateriaal. Als je later zinvol wilt reconstrueren wat het algoritme doet, moet je die hele stapel oefenmateriaal ook bewaren. En dat wordt algauw ondoenlijk. Maar het urgente probleem zie ik niet in de toekomst, maar in het hier en nu. Vaak (meestal) kunnen we nu al niet goed meer doorgronden wat een algoritme doet. De huidarts kan vaststellen dat een algoritme (gemiddeld) bijvoorbeeld goed voorspelt of een donkere vlek op de huid zich zal ontwikkelen tot een melanoom, maar hoe het algoritme dat doet is een mysterie. En dat is echt wel problematisch als zo’n algoritme een uitspraak zou doen in een rechtszaak (om dat in te zien hoef je geen misantroop te zijn). Misschien kunnen de wetenschappers een voorbeeld nemen aan rechters en een algoritme ontwerpen dat niet alleen een uitspraak doet, maar ook een leesbare verantwoording daarbij produceert.
Die verantwoording kunnen jullie dan bewaren, en dan is de cirkel weer rond. Misschien moeten we samen die oproep maar eens doen!
Hartelijke groet,
Hans Wanders
CIO Rijk
Beste Hans,
Ik vrees inderdaad dat misantropie iets dichterbij historici staat dan bijvoorbeeld bij wiskundigen of poffertjesbakkers. Wij weten beroepshalve iets meer over de valkuilen waar wij als mensheid telkens opnieuw intuimelen. Aan de andere kant zijn er gelukkig statistici zoals Hans Rosling. In zijn boek Feitenkennis toont hij hoe enorm mensen en landen er wereldwijd de afgelopen twintig jaar op vooruit zijn gegaan. De blik blijkt vaak te veel gericht op slecht nieuws zodat wij die vooruitgang negeren.
Dat gezegd zijnde, zijn we het er wel over eens dat bij de toepassingen van algoritmes in het bestuur, verantwoording over algoritmes een vereiste is. Laten we samen daarvoor strategieën ontwikkelen, wij als archivarissen, jij en je collega’s als CIO’s. Je kunt denken aan ‘by design-oplossingen’ zodat ieder algoritme ook een leesbare verantwoording produceert, je kunt ook denken aan bijvoorbeeld gevalideerde outputmeting. Daar valt nog veel te ontwikkelen.
Je opmerking over selectie vind ik terecht. De keuze wat wel of niet bewaard wordt is moeilijk en heeft verreikende gevolgen. Selectie is macht. Verkeerde selectie brengt risico’s met zich mee. Daarom wordt een nieuwe benadering van het vraagstuk liefst zoveel mogelijk vermeden. Te vaak wordt, met een beroep op de wet van Moore, gehoopt dat we alles kunnen bewaren. Daardoor worden pijnlijke keuzes vooruit geschoven. We (de overheid) zitten nu nog met enorme achterstanden van ongeselecteerd papieren archief.
In de digitale informatiestortvloed wordt het selectievraagstuk nog pregnanter en vraagt het totaal andere benaderingen. In Nederland is de keuze tussen wel en niet te bewaren het resultaat van een samenspel tussen politiek, bestuur en het publiek. Omdat de gevolgen van selectie tot ver in de toekomst merkbaar zijn, is er een typisch Nederlands poldermodel geconstrueerd met de nodige checks and balances. Dat wil niet zeggen – zoals jij suggereert – dat we niet kunnen proberen er meer richting aan te geven. Die uitdaging pak ik graag op.
Groet,
Marens
Beste Marens,
Alles bewaren is inderdaad een illusie. Moore’s law heeft het lang volgehouden maar heeft nu toch echt zijn langste tijd gehad. En het knagende idee dat je misschien toch wel alles kunt bewaren werkt ook verlammend. Selecteren is vooral ook weggooien. Zolang we niet durven weggooien, selecteren we ook niets en blijft een grote hoop van informatie liggen ‘waar we ooit nog een keer wat mee moeten’.
Het lijkt de zolder van mijn tante wel. Die kon ook niets weggooien. Tot ze overleed en de boedelopkoper langskwam. En nu is alles weg. Misschien zit het probleem wel in het feit dat jullie zorgdragers stimuleren om heel bewust te selecteren. Ik heb mij altijd wel een beetje verbaasd over de gedetailleerde ‘selectielijsten’ van sommige ministeries. En eigenlijk ook over de archiefwet zelf, die hun vraagt om alles in een ‘goed geordende en toegankelijke staat’ achter te laten. Waarom eigenlijk? Het lijkt wel alsof wij het materiaal van wat wij ‘heden’ noemen als een keurig gesorteerde bibliotheek inclusief catalogus aan de toekomstige historici ter beschikking willen stellen. Wij selecteren, wij sorteren, wij ordenen. Maar op basis waarvan? Wie weet met welke vragen historici in, zeg, 2183 in ons materiaal gaan snuffelen. Is het geen zonde tijd die we besteden aan al dat geselecteer en al dat georden. Sterker nog: misschien doet het meer kwaad dan goed. En het kost een hoop geld!
Zouden we niet te raden kunnen gaan bij statistici en een random sample van het beschikbare materiaal bewaren. Dat scheelt een hoop werk. Opiniepeilers doen precies zoiets: het is ondoenlijk om alle Nederlanders te interviewen, dus interviewen ze er duizend, die ze willekeurig kiezen. Stel dat we van alle Nederlandse krantenartikelen dit jaar willekeurig één procent zouden bewaren. Ik maak me sterk dat toekomstige historici dan moeiteloos het verhaal van de Brexit, de dividendbelasting enzovoort zouden kunnen reconstrueren.
En we lopen dan geen risico dat we systematisch juist die informatie weggooien die de historici in 2183 reuze-interessant zouden hebben gevonden. Over het percentage te bewaren materiaal kunnen we het uiteraard hebben. Die kan variëren per medium, organisatie, etc. Statistici hebben een hele wetenschap gemaakt van de benodigde sampling rate.
Idee?
Hartelijke groet,
Hans