Tekst: Siham El Yassini
Siham El Yassini is information policy advisor bij de gemeente Amsterdam
Beeld: Shutterstock
Een Building Information Model (BIM) is een digitale weergave van de functionele en fysieke eigenschappen van een bouwwerk. Een virtuele versie van bijvoorbeeld een gebouw of infrastructuur, of het proces om daartoe te komen. Binnen de ontwikkel-, bouw- en beheerketen wordt het BIM eerder de norm dan de uitzondering.
‘We hebben 750 m2 verschil, dat kan niet waar zijn!’ Een directeur van een ontwikkelbedrijf constateert dat er wel een heel groot verschil is tussen het Building Information Model (BIM) van de architect en de aannemer. In de praktijk zien we dat bestaande standaarden nog in ontwikkeling zijn en nog niet overal goed worden gebruikt. Als de verschillen van een object tussen het ene BIM en het andere BIM zo groot zijn, dan kan dit langere doorlooptijden, faalkosten, storingen, of zelfs instortingen met zich meebrengen. Het vertraagt ook de wens om te innoveren en op een andere manier de keten en het ecosysteem te ondersteunen. Denk aan het verlengen van de levensduur van assets. Voor het historisch geheugen ontstaat dan ook de vraag: welke informatie is er en kunnen we gebruiken, is die correct en hebben we de levenscyclus ervan geregeld?
Tijdens een bezoek aan vastgoedbeurs PROVADA 2024 werd duidelijk dat robotisering en digitale tweelingen op dit moment prima werken als deze geïsoleerd zijn en niet ketenafhankelijk worden ingezet. Bij gebruik van data in de keten, het ecosysteem of op de bouwplaats, treden er problemen op die hun oorzaak hebben in databeheer, uitwisselingen en interoperabiliteitsproblemen. Daar waar het in het verleden normaal was dat je bij een lokaal of nationaal archief bouwtekeningen op kon vragen, kunnen we nu met zekerheid vaststellen dat dit niet geldt voor de BIM- en GEO-modellen. In de praktijk hebben BIM-modellen en GEO-gegevens geen landingsbaan bij de ontvangers en de archieven van de gemeenten. We verliezen hierdoor op grote schaal informatie over onze gebouwde omgeving.
In de praktijk komt het erop neer dat de BIM- en GEO-modellen bij renovaties opgevraagd moeten worden bij de initiële maker, zonder dat er met zekerheid vast kan worden gesteld of de aanpassingen met de tijd wel mee zijn genomen. Dit geldt overigens ook voor andere toepassingen zoals robotisering, virtual reality (VR) en extended reality (ER). We komen daardoor in een situatie waarbij collega-architecten en ingenieurs bij elkaar te rade moeten gaan of de BIM-modellen, gegevens van robotisering of VR überhaupt nog beschikbaar zijn!
Mooie ontwikkelingen
Hoewel er nog een weg te gaan is, gebeurt er een hoop op dit terrein. Voorbeelden hiervan in Nederland zijn digiGO en UDI (Urban Development Initiative) in Brainport Eindhoven, beide gericht op het (door)ontwikkelen van standaarden en het stimuleren van digitalisering en innovatie in de ontwikkel-, bouw- en beheersector. In de EU zijn er allerlei stimuleringsmogelijkheden om de digitalisering in de bouw- en beheerketen te ondersteunen gericht op de levenscyclus van bouwinformatie. Zo biedt het HESMOS-project besluitvormers geavanceerde simulatiemogelijkheden in de gehele levenscyclus van gebouwen. Het Swimming-project, dat meer dan 100 EeB-projecten onderzocht, analyseerde er 53 in detail en resulteerde in 49 casestudy’s van 33 projecten die van bijzonder belang zijn voor BIM en interoperabiliteit.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit Od 38: Werken met ruimtelijke data. Verder lezen? Meld je dan hier aan voor een abonnement of vraag een gratis presentexemplaar op.