De oorspronkelijke vraag (uit 2010) luidde ‘Zaakgericht Werken, welke vraag stel jij?’. Vragensteller Frank van den Wildenberg schetste in de uitleg de situatie, waarin je een essentiële vraag mocht stellen over het hoe en waarom van zaakgericht werken. In 2010 uiteraard wel al een bekend fenomeen, maar nog lang niet zo ingeburgerd als nu in 2014.
De oorspronkelijke vraag (uit 2010) luidde ‘Zaakgericht Werken, welke vraag stel jij?’. Vragensteller Frank van den Wildenberg schetste in de uitleg de situatie, waarin je een essentiële vraag mocht stellen over het hoe en waarom van zaakgericht werken. In 2010 uiteraard wel al een bekend fenomeen, maar nog lang niet zo ingeburgerd als nu in 2014.
Vragen in 2010
Destijds reageerden een behoorlijk aantal vakgenoten op deze uitdaging om de alles verhelderende vraag te kunnen stellen. De eerste reactie geeft ook een duidelijk beeld van de situatie van zaakgericht werken in 2010. Pieter de Jong (gem. Weesp) vraagt zich af of het nu gaat om een hype of dat ZGW daadwerkelijk bijdraagt aan verbetering van de werkprocessen en het functioneren van de organisatie.
Vandaag de dag weten we dat zaakgericht werken geen hype was, maar een algemeen geaccepteerde methode om de informatievoorziening rond processen én dienstverlening te verbeteren. Maar het is ook duidelijk dat de meeste andere reacties (‘Hoe overtuig ik de organisatie?’, ‘Hoe kan ik in onze organisatie duidelijk krijgen wat zaakgericht werken aan voordelen oplevert?’, ‘Hoe borgen we absolute duidelijkheid en eenduidigheid (dezelfde taal spreken) in de organisatie…’, ‘Welke organisatie heeft het theoretische model nu daadwerkelijk succesvol toegepast?’, ‘Waar laat ik mijn interne processen in het zaakgericht werken? ’en ‘Hoe krijg je de technische aanpassingen snel geïmplementeerd in de organisatie?’) een voorspellende aard bleken te hebben.
Vraag in 2014
Vier jaar later lijken nog lang niet alle oplossingen eenvoudig voorhanden te zijn. De praktijk van 2014 wijst uit dat het daadwerkelijk zaakgericht werken niet zo makkelijk is gerealiseerd. Dat lezen we in verschillende publicaties (ook in de afgelopen uitgaven van Od), of merken we in de eigen organisatie. Maar het blijkt ook wel uit de plotselinge nieuwe reacties op deze ‘oude’ vraag. Na ruim 46 maanden van stilte in deze discussie, verscheen er een nieuwe ‘allesomvattende’ vraag: ‘Hoe zorg ik ervoor dat het zaaksysteem door de medewerkers gebruikt wordt en niet een eigen plaats wordt voor de opslag van gegevens?’.
Een vraag geheel in lijn met meerderheid van vragen in 2010. Een van de nieuwe reacties stelt dan ook terecht: “Vier jaar na het stellen van de vraag hebben we nog steeds geen antwoord. Een retourtje naar de maan ging in de jaren zeventig sneller. We kregen tien seconden om de vraag te stellen, maar we hebben jaren nodig om deze te beantwoorden. Dit zegt wel iets over de moeite die we hebben met het beantwoorden van de vraag.”
Misschien liggen de antwoorden op de vragen wel in een van de vele discussies die sinds 2010 op de verschillende platforms is gevoerd over het fenomeen zaakgericht werken? Een zoekopdracht op LinkedIn levert in ieder geval 1251 mensen op die de term in hun profiel hebben opgenomen, 43 bedrijven die ‘iets’ met zaakgericht werken doen en 9 groepen die hierover discussiëren. Misschien goed om daar eens iemand van te benaderen? Dan blijken social media misschien toch niet zo vluchtig te zijn…
NB: De zoekterm ‘zaakgericht werken’ geeft op YouTube maar liefst 792 resultaten…
Eric.kokke@goopleidingen.nl, Eric Kokke is redactielid Od.