12 februari 2018

Overheidsinformatie moet bovenal betrouwbaar zijn

image for Overheidsinformatie moet bovenal betrouwbaar zijn image

Met geld is alles te koop (behalve echte liefde, zoals The Beatles zongen in Can’t buy me love, 1964). Geld is een machtig instrument om te sturen, te besturen en te ontregelen. Dat geldt ook voor informatie. Want informatie is een economisch goed bij uitstek. Het gedraagt zich naar de wetten van de economie, zoals de wet van de afnemende meeropbrengsten (Ricardo, Gossen) en de wet van Gresham (‘bad money drives out good money’): slechte informatie (‘nepnieuws’) verdringt goede informatie.

Met geld is alles te koop (behalve echte liefde, zoals The Beatles zongen in Can’t buy me love, 1964). Geld is een machtig instrument om te sturen, te besturen en te ontregelen. Dat geldt ook voor informatie. Want informatie is een economisch goed bij uitstek. Het gedraagt zich naar de wetten van de economie, zoals de wet van de afnemende meeropbrengsten (Ricardo, Gossen) en de wet van Gresham (‘bad money drives out good money’): slechte informatie (‘nepnieuws’) verdringt goede informatie. Bestuur, economie en maatschappij kunnen met te veel, te weinig, valse, achtergehouden of gemanipuleerde informatie, danig worden ontregeld.

Betrouwbaarheid
‘Cijfers liegen niet’, en ‘meten is weten’: dergelijke dooddoeners vragen om argwaan en kritische benadering. Want je hebt leugens, grove leugens en statistieken. Cijfers en andere data moeten altijd binnen een context geïnterpreteerd worden. Dan is ‘weten’ méér dan simpelweg ‘meten’. ‘Weten’ is nog niet hetzelfde als ‘begrijpen’. En een wetenschappelijk onderbouwd feit moet langs de menselijke maat worden gecommuniceerd, wil je er mee overtuigen.

Seth Stephens – afkomstig van Google – geeft daar in zijn boek Everybody lies1spectaculaire voorbeelden van. ‘Officiële’ statistieken, enquêtes en onderzoeksrapporten zijn vaak gebaseerd op sociaal gewenste antwoorden en achterhaalde ‘feiten’. Wie echt en direct wil weten wat er in de samenleving leeft kan beter het (zoek)gedrag van mensen op internet volgen. Daar zijn mensen eerlijk: ze schrijven op wat ze werkelijk van iets vinden (zo lang, natuurlijk, hun anonimiteit is verzekerd…). Zo kon Amerika eerder weten dat Donald Trump, tegen de ‘officiële’ voorspellingen in, tot president gekozen zou worden.

‘Auto op Street View voorspelt stemgedrag en inkomen Amerikaan’, zo luidt de kop boven een bericht in NRC van 30 november. Eén bericht uit honderden dagelijkse berichten die ons leren dat Google’s data-analisten echt ‘alles’ kunnen halen uit big (geo-) data.
Het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WOCD) is recent in opspraak geraakt: zijn rapporten zouden meer dan eens gemanipuleerd zijn. Maar dat waardevrije wetenschap niet bestaat, dat wisten we toch al?

Wat leren ons deze voorbeelden: dat er onconventionele analysemethoden, onkreukbare data-analisten én contraexpertises nodig zijn om data te duiden in een relevante context, causale verbanden te onderscheiden van platte correlaties en de werkelijke trends zichtbaar te maken. Aan dergelijke specialisten – net zo betrouwbaar als notarissen en rechters – heeft de overheid een groot gebrek.

Regie
Het geldwezen wordt geregisseerd op basis van internationale wet- en regelgeving. Zo kan de samenleving vertrouwen hebben in de waardevastheid van geld en transparantie van het geldverkeer. Om dezelfde reden vraagt ook het informatieverkeer om regie en regels. Wat vinden wij daarvan terug in het regeerakkoord?

De Wet GDI – menigmaal bekritiseerd, ook in Od – gaat als Wet digitale overheid voor advies naar de Raad van State. De nieuwe citeertitel suggereert een ruimere strekking van de wet, maar daar is niet veel aan veranderd. Er komt geen aparte minister voor de regie over de digitale overheid met één centraal budget. Reden voor de Tweede Kamerleden Middendorp en Van der Molen om bij motie (16 november 2017) te verzoeken “een plan te ontwikkelen dat ertoe leidt dat er bij de overheid eenheid in de uitvoering van de digitalisering tot stand komt, daarbij het bundelen van de beschikbare middelen te betrekken, alsmede de rol en de taken die de Digicommissaris vervult.” Hoewel iets meer sprake is van centrale regie vanuit het ministerie van BZK, blijft de verantwoordelijkheid voor de digitale overheid nog steeds verbrokkeld over verschillende bewindspersonen:

  • De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gaat over onder meer openbaarheid van bestuur, open data, digitale dienstverlening en over de Omgevingswet, inclusief het Digitale Stelstel Omgevingswet (een opvallende verschuiving!). 
  • Haar staatssecretaris gaat over onder meer Informatiesamenleving & Overheid. 
  • De minister van Justitie en Veiligheid gaat over onder meer cybersecurity
  • De minister voor Rechtsbescherming gaat over onder meer de bescherming van persoonsgegevens. 
  • De minister van Economische Zaken en Klimaat is verantwoordelijk voor onder meer het innovatiebeleid. 
  • De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat over de kennis- en informatie-infrastructuur in de zorg. 
  • verschillende ministers en staatssecretarissen gaan over de verschillende basisregistraties. 

Veiligheid en transparantie
Zoals in de vorige Od al is gemeld stelt het nieuwe kabinet de veiligheid van het informatieverkeer voorop. Het gaat beduidend meer geld uittrekken (€ 95 miljoen, structureel) voor de bestrijding van cybersecurity. De herkomst van (overheids)informatie moet controleerbaar zijn.
De informatiehuishouding van de overheid zal transparant en open zijn, maar niet absoluut en niet tegen elke prijs. Een zekere mate van ‘beleidsintimiteit’ moet behouden blijven en het kabinet wil laten onderzoeken hoe verruiming van openheid gestalte kan krijgen zonder hoge kosten voor de organisatie en de uitvoering.
De beleidsstukken en verantwoordingsdocumenten die aan de Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden worden voorgeschoteld, zijn in het algemeen deugdelijk financieel onderbouwd. Kabinet, respectievelijk GS en B&W zouden ook helder aangeven van welke informatie gebruik is gemaakt. Als in alle stukken relevant vergelijkingsmateriaal wordt opgenomen – bijvoorbeeld van het CBS, van het SCP, uit Waarstaatjegemeente, of uit ‘Vensters’ voor onder meer Bedrijfsvoering en Dienstverlening – dan is de context helder en dat helpt om de urgentie te bepalen. Dan nog is het de vraag, of de informatie betrouwbaar is.

Informatie dichterbij: doorbraak in raadsinformatie
De verkiezingen staan weer voor de deur en verkiezingsprogramma’s lopen al vooruit op de collegeprogramma’s 2018-2022. Zoals eerder in Od uiteen is gezet zijn raadsinformatiesystemen voor het grote publiek nog vaak slecht toegankelijk. VNG/KING heeft, in nauwe samenwerking met gemeenten, leveranciers en de Open State Foundation, een standaard ontwikkeld waarmee raadsinformatie als open data kan worden hergebruikt. Een kleine twintig softwarebedrijven heeft zich al gemeld om daar mee aan de slag te gaan. We kunnen spoedig gebruiksvriendelijke apps verwachten, waarmee iedereen een betere toegang krijgt tot informatie die belangrijk is voor deelname aan het democratische proces. Niet alleen raadsinformatie, maar ook locatie-gerelateerde informatie uit en over de buurt, informatie uit wet- en regelgeving en thema-specifieke informatie. Niet alleen in de vorm van ‘documenten’, maar ook als animaties met beeld en geluid. Niet alleen over de eigen gemeente, maar ook van andere, vergelijkbare gemeenten. Niet alleen informatie afkomstig van officiële instanties, maar ook vanuit politieke partijen, belangenorganisaties en niet in de laatste plaats: de inwoners zelf.

Informatie voor participatie
We staan nog maar aan het begin van interessante ontwikkelingen die betrouwbare informatie voor iedereen dichterbij brengt: belangengroeperingen, ondernemers, wijk- en buurtbewoners. Zodat iedereen vanuit een gelijkwaardige, sterke informatiepositie kan participeren in de samenleving en het democratisch gekozen bestuur. Dan hebben niet langer alleen degenen die over veel geld beschikken het voor het zeggen, maar kunnen degenen die over betrouwbare informatie beschikken en zich niet laten leiden door nep-informatie, effectief tegenspel bieden. Regie, regels en toezicht moeten er voor zorgen dat informatie niet gemonopoliseerd of gemanipuleerd wordt. Informatieveiligheid is een absolute randvoorwaarde. Informatieveiligheid is door het nieuwe kabinet in elk geval hoger op de politieke agenda gezet. En een grotere mate van transparantie. Maar wat onduidelijk blijft, is wat we de komende jaren mogen verwachten aan maatregelen die de kwaliteit en betrouwbaarheid van informatie en informatiespecialisten waarborgen. 

kees.duijvelaar@gmail.com, Kees Duijvelaar is oud-redacteur van Od.


Noot

Seth Stephens-Davidowits, Everybody lies – What the Internet Cal Tell Us About Who We Really Are, Bloomsbury, 2017.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *