In de afgelopen maanden is aan de hand van een drietal artikelen ‘de stand van de bouwinformatie’ besproken. Een serie die verliep van broninformatie, via projectinformatie tot opleverdossier. In dit laatste artikel wordt stilgestaan bij de ‘zachte’ kant van informatiemanagement in het ruimtelijke dossier. Misschien het meest uitdagende deel. Hoe verleiden we mensen om anders te gaan werken?
Van de Rotterdamse hoogleraar Transitiekunde Rotmans is de uitspraak: “We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk.” Als je deze uitspraak aanhoudt tegen wat er de afgelopen drie nummers is geschreven over veranderingen met betrekking tot bouwinformatie, komen deze veranderingen in een ander licht te staan. Het maakt deel uit van een groter geheel. En om de veranderende technieken en werkwijzen deel uit te laten maken van je organisatie en dit te organiseren, vraagt dit mijns inziens om een meer integrale aanpak. Een aanpak waarbij we volgens mij de verbinding moeten zoeken met andere veranderingen en uitdagingen. Groots denken en doen Het zijn uitdagingen die vragen om een integrale aanpak. Enerzijds een voorzichtige en anderzijds een radicale aanpak. Een aanpak, zoals in Singapore, waar vanuit een ‘cockpit’ veranderingen in de stad worden gesimuleerd, virtueel getest op werkelijke schaal en pas dan fysiek doorgevoerd. Een aanpak die ik vind getuigen van wat groots denken en doen, gebaseerd op technische mogelijkheden en regie door de overheid, mogelijk maakt in onze steeds complexer wordende samenleving. Wat is er nodig?
Rotterdam heeft de handschoen opgepakt en onderneemt stappen om dit binnen haar grondgebied te realiseren. Als een organisatie dit voorbeeld wil volgen, wat is daarvoor nodig? Ik schat in de volgende elementen:
Wat zijn de implicaties? Toegespitst op ons eigen vakmanschap:
Het ontbreekt ons vaak aan:
Wat kunnen we dan doen? Wij zijn een clubjesland. In iedere tak van sport zijn er clubjes en samenwerkingsverbanden, zoek ze op, nodig jezelf uit. Wees nieuwsgierig! Een voorbeeld: binnen de bouw is er het BIMloket. Dit is een samenwerkingsverband van alle soorten ‘clubjes’ binnen de bouw. Zowel binnen de BBU als de GWWsector, die alle open standaarden beheren. Hier komen vragen als: ‘Hoe organiseer ik mijn interne verantwoordingsprocessen?’, ‘Wat zijn de nieuwste COINSontwikkelingen?’, ‘Wat is de nieuwste versie van VISI en wat betekent dat?’, ‘Wat gebeurt er internationaal?’ et cetera? Er is sinds kort ook een clubje actief dat zich bezighoudt met de archiveringskaart. Hier zitten mensen uit de aannemerswereld, ingenieurs én archivarissen én informatiebeheerders samen aan tafel om te kijken hoe we generieke adviezen kunnen formuleren. Er is besloten om een community op LinkedIn te starten. Gebaseerd op de gedachte: wij hebben geen eenduidige adviezen hoe het moet, daarvoor gaan de ontwikkelingen te hard, wel aanbevelingen, want we weten waar we op moeten letten. En er zijn her en der best practises die gedeeld zouden moeten worden. Vanuit dit samenwerkingsverband zijn inmiddels ook weer persoonlijke banden ontstaan. Zo heb ik een counterpart bij Rijkswaterstaat ontmoet die tegen dezelfde problemen aanliep als ik in Amsterdam. We zoeken elkaar op en proberen elkaar te helpen, elkaar te informeren en te introduceren bij verschillende gremia. Daarbij geholpen door onze collegaingenieurs. Samen werken Een uitsmijter die ik u niet wil onthouden is de volgende: op zaterdag 17 februari verscheen in Trouw een artikel over Madaster, een samenwerkingsverband tussen grote aannemingsbedrijven, projectontwikkelaars, banken, ProRail en Schiphol, waar voor de gehele levensduur van objecten wordt vastgelegd uit welke materialen deze objecten bestaan en waar deze zich in het object bevinden. Voordeel van deze benadering is dat hierdoor bij sloop het te slopen object een verzameling waardevolle grondstoffen is, met een financiële waarde in plaats van een kostenpost.
Theo.Kremer@amsterdam.nl, Theo Kremer is informatiespecialist bij het ingenierusbureau van de gemeente Amsterdam. |
16 april 2018