De invoering van de Wet open overheid (Woo) leidt tot veel activiteit bij overheden, maar ook tot versnippering en onduidelijkheid. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI) en Open State Foundation.
De afhandeling van Woo-verzoeken blijft traag. In 2021 deden ministeries er gemiddeld 161 dagen over om een verzoek te behandelen. In 2022 duurde dit gemiddeld 162 dagen, terwijl de wettelijke termijn 42 dagen bedraagt.
Tussen ministeries zijn de verschillen overigens groot. Een Woo-verzoek aan het ministerie van Financiën duurt met een gemiddelde behandeling van 211 dagen het langst. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap doet er gemiddeld 70 dagen over.
Het onderzoek toont dat overheden wel degelijk veel actie hebben ondernomen omtrent invoering van de Woo. Ze investeren in het optimaliseren van werkprocessen en personele capaciteit en besteden aandacht aan het principe ‘open, tenzij’ om de cultuur van openbaarheid te veranderen.
Toch zijn er ook nog veel onduidelijkheden. Sommige ministeries wachten op nadrukkelijke instructies van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), anderen zetten zelf al cursussen en opleidingsprogramma’s op. Centrale regie van het ministerie van BZK zou ontbreken.