Hoofdstuk 1 Waarheidsvinding in de democratie in het digitale tijdperk
In dit advies kiest de ROB ervoor om te focussen op de digitalisering van informatie-uitwisseling en zich daarbij verder te richten op een goed geïnformeerde democratische gedachtewisseling tussen burgers, beleidsmakers en politici met het oog op de democratische besluitvorming.
Hoofdstuk 1 Waarheidsvinding in de democratie in het digitale tijdperk
In dit advies kiest de ROB ervoor om te focussen op de digitalisering van informatie-uitwisseling en zich daarbij verder te richten op een goed geïnformeerde democratische gedachtewisseling tussen burgers, beleidsmakers en politici met het oog op de democratische besluitvorming.
Waarheidsvinding speelt namelijk een belangrijke rol bij het bepalen, bekritiseren en bijsturen van beleid. De digitalisering geeft mede richting aan de koers van het beleid en kan dus voor waarheidsvinding zowel een belofte als een bedreiging zijn. Het doel van het advies is te komen tot een gewenst handelingsperspectief voor het openbaar bestuur (hier regering en Staten-Generaal). De centrale vraag luidt daarom: ‘Wat is in het digitale tijdperk een gewenst handelingsperspectief voor de regering en Staten-Generaal ten aanzien van waarheidsvinding in de democratie?’
Hoofdstuk 2 Het ideaal van waarheidsvinding
In dit hoofdstuk komen de democratische beloften aan bod die digitalisering mogelijk zou kunnen inlossen. Met andere woorden: aan de hand van welke waarden willen we in het digitale tijdperk waarheidsvinding organiseren in de democratie?
Waarheidsvinding kent een aantal uitdagingen: de werkelijkheid spreekt niet altijd voor zichzelf, mensen hebben niet altijd directe toegang tot de werkelijkheid en de werkelijkheid is geen vaststaand gegeven. De ROB stelt dat het achterhalen van de werkelijkheid lastig kan zijn.
De huidige periode noemt de ROB een platformdemocratie. Een democratie waar de democratische gedachtewisseling in toenemende mate plaatsvindt op online platforms. Deze platformdemocratie heeft invloed op de structuren die vorm geven aan de democratische gedachtewisseling. Daarbij onderscheidt de ROB drie kenmerken van digitalisering die tot structurele veranderingen leiden in het proces van waarheidsvinding in de democratie.
Een eerste kenmerk van digitalisering is de laagdrempeligheid van informatiegaring en -verspreiding. Een tweede kenmerk is de grote verbondenheid van netwerkstructuren. Het derde kenmerk is de mogelijkheid te sturen met data. Het effect van deze drie kenmerken op waarheidsvinding is dat het reputatiemechanisme verandert: dat is de manier waarop reputaties tot stand komen, doordat mensen informatie, producten, diensten, organisaties en elkaar beoordelen.
Hoofdstuk 3 De ontsporing van waarheidsvinding
In dit hoofdstuk komt de ontsporing van waarheidsvinding aan bod. Met andere woorden, met welke beproevingen voor waarheidsvinding hebben we rekening te houden in de democratie in het digitale tijdperk? Dit licht de ROB toe aan de hand van de eerder genoemde digitale beproevingen.
Beproeving 1: desinformatie
Desinformatie wordt gedefinieerd als informatie die – doelbewust – een valse weergave is van de werkelijkheid om het proces van waarheidsvinding te verstoren. De ROB concludeert dat desinformatie op dit moment nog geen groot probleem is in Nederland, aangezien het medialandschap pluriform is en mensen zich dus via andere bronnen kunnen laten informeren en er voldoende betrouwbare internetbronnen voorhanden zijn.
Beproeving 2: desintegratie
Desintegratie wordt gedefinieerd als het uiteenvallen van een geheel in zijn samenstellende delen. Het gaat hier om het uiteenvallen van een gedeelde kaart van de werkelijkheid. In Nederland, zo concludeert het ROB, lijkt er nog ruimte te zijn voor pluriformiteit en zijn er nog steeds plekken waar mensen met verschillende meningen met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Maar deze plekken dienen dan wel te blijven bestaan.
Beproeving 3: despotisme
Despotisme wordt gedefinieerd als de ondermijning van de checks and balances die machtsmisbruik moeten voorkomen. Dit is de belangrijkste kwetsbaarheid van een platformdemocratie: er is een waarheidsregime ontstaan waarvan de controle bij ontwerpers, eigenaren en beheerders van platforms ligt. Om mogelijke ontsporing te voorkomen zijn nieuwe checks and balances nodig. Dit kan door transparantie en tegenmacht te organiseren.
Hoofdstuk 4 De waarborging van waarheidsvinding
In het laatste hoofdstuk komt de waarborging van waarheidsvinding aan bod. Met andere woorden: hoe kunnen de regering en de Staten Generaal in het digitale tijdperk waarheidsvinding in de democratie waarborgen. De ROB doet dit aan de hand van vijf strategieën en aanbevelingen.
Strategie 1: geef het goede voorbeeld
Vergroot het vertrouwen in instituties voor waarheidsvinding door zelf als regering en Staten-Generaal het goede voorbeeld te geven. De ROB geeft hierbij drie aanbevelingen: stel je toetsbaar op, waardeer tegenspraak en investeer in eigen waarheidsvinding.
Strategie 2: stimuleer kritisch burgerschap
Maak burgers weerbaar voor desinformatie door kritisch burgerschap te stimuleren. De ROB geeft hierbij ook drie aanbevelingen: investeer in digitale en democratische vaardigheden van de burger, wees prudent met voorlichtingscampagnes en faciliteer factchecking door wetenschap en media.
Strategie 3: bouw met anderen aan plekken van gedachtewisseling
Pak desintegratie aan door met burgers, media, wetenschap en platforms plekken van gedachtewisseling te bouwen. De ROB geeft hierbij drie aanbevelingen: stimuleer overleg als ontwerpprincipe voor platforms, creëer zelf platforms rondom specifieke beleidsonderwerpen en waardeer traditionele plekken van democratische gedachtewisseling.
Strategie 4: organiseer tegenmachten
Voorkom despotisme door tegenmachten te organiseren. De ROB noemt drie aanbevelingen: laat gebruikers zelf beschikken over hun data, dwing transparantie van beïnvloeding af en pak machtsmisbruik aan met wetten en financiële prikkels.
Strategie 5: blijf het gesprek over waarheid voeren
Doorbreek waarheidsschroom door het gesprek over waarheid, en waarheidsvinding in de democratie, te blijven voeren. Het ROB geeft hierbij drie aanbevelingen: laat onderzoek doen naar de Nederlandse en Europese context, durf te experimenteren met publieke platforms voor gedachtewisseling en zoek samenwerking met burgers, organisaties en de Europese Unie.
Recensie
De redactie is van mening dat ons vakgebied zich actiever zou moeten mengen in het discours. Het advies van de ROB kiest voor de focus op ‘waarheid als werkelijkheid’. De aangedragen voorbeelden gaan vooral over ‘data’ en de interpretatie daarvan. Vooral gegevens die van feiten worden gemaakt. Afspraken die worden gemaakt, gedocumenteerd en te vinden zijn in archieven worden te weinig genoemd. Bij de kennisproblemen zou ons vakgebied een actievere rol kunnen spelen. Onze (dynamische) archieven zijn nog te weinig bruikbaar en in zekere zin matig ‘openbaar’. Bij desintegratie zouden we kunnen experimenteren en verkennen of er een rol is weggelegd voor ons vak.
Ook bij de genoemde aanbevelingen kunnen we een actievere rol spelen. Denk hier bijvoorbeeld aan de aanbevelingen genoemd bij strategie 1: investeer in eigen waarheidsvinding. In ons geval op basis van de gegevens en documenten die we over de feiten hebben (bijvoorbeeld bij incidenten) en span je bovenmatig in om te vinden waar vraag naar is. Ook bij het stimuleren van samenwerking bij factchecking door wetenschap en media, genoemd bij strategie 2, kunnen we een actievere rol spelen. Bij beide aanbevelingen past het ook dat we signaleren (via de beleidstak of de voorlichter) als we onwaarheden constateren.
Daarnaast is de redactie van mening dat de overheid aanzienlijke investeringen moet doen om ook de kennis en vaardigheden bij haar eigen mensen continu te ontwikkelen. Per slot van rekening vindt een belangrijk deel van de creatie van data en informatie daar plaats.
Zoeken naar waarheid, over waarheidsvinding in de democratie in het digitale tijdperk
Raad voor het Openbaar Bestuur
80 pagina’s
ISBN 978 90 5991 115 4
Edwin Driessen
redactielid Od